Om te voorkomen dat schatten uit het verleden bij werken verloren gaan, gaat aan onze grote werven altijd een archeologisch onderzoek vooraf. Momenteel lopen er opgravingswerken in Diepenbeek en Aalter.
Loopgraven en maalstenen in Diepenbeek
Parallel met de werken voor het Spartacus-project, zijn archeologen in Diepenbeek met schup en borstel bezig aan opgravingen. Vooral de zones aan de Nierstraat en de Molenstraat blijken een zeer rijk archeologisch verleden te hebben.
De buit komt uit heel uiteenlopende periodes: de steentijd (Mesolithicum), metaaltijden, de Romeinse tijd, de middeleeuwen én de Tweede Wereldoorlog. De archeologen zijn enthousiast over hun vondsten tot nu toe:
- scherven uit de bronstijd;
- een maalsteen om graan te malen uit de Romeinse tijd;
- sporen van loopgraven uit de Tweede Wereldoorlog.
De opgravingen gebeuren in samenwerking met het Gallo-Romeins Museum van Tongeren en de vondsten zullen educatief gebruikt worden.
Paalkuilen en waterputten in Aalter
Naar aanleiding van twee nieuwe sporen tussen Aalter en Landegem, graven archeologen momenteel ook naar waardevolle souvenirs uit ons verleden. Ter hoogte van de Buisstraat te Oostergem vonden de archeologen een hele reeks van resten uit de Romeinse tijd en de middeleeuwen:
- paalkuilen
- twee waterputten
- greppels
- een palissade
- een weg
- vuursteenvondsten
- een metalen gesp en metalen pijlpunt
Hoe weten de archeologen uit welke tijd deze vondsten komen? Dat leiden ze af aan de hand van het gevonden aardewerk en dendrochronologisch onderzoek. Dit is een dateringtechniek door middel van het tellen van jaarringen van houten voorwerpen of constructiematerialen.
De archeologen doen ook macrobotanisch- en pollenonderzoek. Dat kan bijdragen tot de analyse van lokale en regionale vegetatie. Interessant om evoluties te zien in vegetatie, klimaat en landgebruik in onze streken.
Met dank aan BAAC, het bureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuurhistorie en Cultuurhistorie.