Overslaan en naar de inhoud gaan
Spoorweg.

Zware beslissing om in beroep te gaan tegen arrest Buizingen  

15 februari 2010 staat in het geheugen van alle spoormannen en -vrouwen gegrift als een zwarte dag. 

De uitspraak van 3 december nam de pijn van de slachtoffers niet weg, maar had wel een belangrijke stap kunnen zijn die iedereen kon helpen om de bladzijde om te slaan. Helaas heeft de inhoud van het vonnis zeer negatieve gevolgen voor de normale uitvoering van onze taken, indien we dit zouden toepassen. Het vonnis implementeren zou onder meer leiden tot het schrappen van een groot aantal treinen. Daarom zien wij ons, op advies van onze advocaten en na een grondige analyse van de situatie, verplicht om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.

We willen hiermee zeker onze verantwoordelijkheid niet ontlopen en dit betekent zeker niet dat we geen respect hebben voor de slachtoffers. Deze beroepsprocedure houdt in dat we beoordeeld willen worden als een normaal voorzichtige en vooruitziende infrastructuurbeheerder. 

Deze procedure zal geen enkel gevolg hebben voor de schadevergoeding van de slachtoffers.

Het vonnis van 3 december 2019 

Voor de slachtoffers, hun families en spoorwegarbeiders in ons land zal de spoorwegramp een van de donkerste dagen blijven ooit gekend. Bijna 10 jaar na de treinramp velde de Brusselse politierechtbank op 3 december een vonnis. Daarmee werd eindelijk een stap voorwaarts gezet in de gerechtelijke procedure.

Na een grondige analyse van het arrest van 3 december 2019, stellen onze advocaten vast dat de motivatie van het arrest de werking van ons spoorwegnet, en de verplichtingen en bevoegdheden van onze onderneming miskent. De aanvaarding van dit vonnis zal ons verzwakken in het uitoefenen van onze openbare dienstverplichtingen voor onze klanten en onze activiteit als infrastructuurbeheerder. Sommige punten houden onhaalbare verplichtingen in. 

Ondanks de wens van iedereen om deze pijnlijke bladzijde om te draaien, hebben we geen andere keuze dan in beroep te gaan.

Waar liggen de pijnpunten in het arrest? 

Kruisen van treinen 

De rechtbank heeft vastgesteld dat we, sinds het ongeval in Buizingen, de aanbevelingen over de veiligheid op het Belgische spoornet geformuleerd door de Commissie Spoorveiligheid, hebben uitgevoerd. Het is onze vaste wil om de veiligheid op het spoornet voortdurend te verhogen.

In haar vonnis verklaarde de rechtbank echter dat "de beslissing om de treinen te kruisen rampzalig bleek: doel van deze beslissing was de vertraging van 10 minuten van trein E1707 in te halen.” De “keuze om de doorstroming boven de veiligheid te stellen is onaanvaardbaar.” “Aangezien Infrabel de beslissing om de treinen te kruisen, had aanvaard, had het de betreffende wissels in beschermingsstand moeten plaatsen om te anticiperen op een eventuele en mogelijke menselijke fout.”

Indien we zouden berusten in het vonnis, zou dit betekenen dat we de wissels op 80% van ons spoornet in beschermingsstand moeten plaatsen. Om dit overal toe te passen, zouden we het spoornet volledig moeten hertekenen en het treinverkeer helemaal herorganiseren, met alle gevolgen van dien voor de spoorklanten en de mobiliteit in België.

Treinuitrusting

Alleen noodremsystemen (TBL1+) of permanente snelheidscontrolesystemen (ETCS), die sinds 2008 worden uitgerold, beperken de risico’s in geval van een seinvoorbijrijding en bij kruisingen, rekening houdend dat het nulrisico niet bestaat. 

Tot slot stelt de rechtbank vast dat “het TBL1+ -baken vlakbij het sein HE.1 geen automatische remming mogelijk maakte maar wel GSM-radiocontact met de bestuurder. “De (NMBS) heeft getalmd om TBL1+ in al haar rollend materieel te installeren en (Infrabel) heeft de NMBS hier nooit op aangesproken om ervoor te zorgen dat het TBL1+-systeem op de sporen effect zou hebben”. 

Die bewering klopt niet: het TBL1+ -baken maakte het wel degelijk mogelijk de trein met een noodstop tot stilstand te brengen. Dat is net de functie van dergelijke bakens in het spoor. Bovendien laat de rechtbank in haar redenering doorschemeren dat we bevoegd zouden zijn om de uitrusting van elke trein op het spoornet te controleren, maar wij hebben die bevoegdheid niet. 

Een zware beslissing 

In beroep gaan is voor ons een zware en moeilijke beslissing. Wij zijn ons ten volle bewust van de pijn die het verlengen van de gerechtelijke procedure voor de slachtoffers, hun nabestaanden en al diegenen die het slachtoffer zijn van dit tragische ongeval, veroorzaakt.  

Indien we echter geen hoger beroep aantekenen tegen deze beslissing, treedt het arrest in werking vanaf 2 januari 2020 om 16 uur. 

We hebben onze advocaten gevraagd om elke mogelijke piste om niet in beroep te moeten gaan, te bekijken. Ze zijn echter tot de conclusie gekomen dat niets doen tegen het arrest van 3 december 2019, geen optie is. We betreuren deze nieuwe beroepsprocedure, maar de motivatie van het vonnis dwingt ons echter onze verantwoordelijkheid te nemen, en zo de toekomst van het spoornet en de treinreiziger veilig te stellen.