Het onderhoud en het beheer van de infrastructuur
Infrabel is verantwoordelijk voor het onderhoud en het beheer van de infrastructuur van de spoorwegen. Daaronder valt ook het beheer van de bermen en de aangrenzende zones naast de sporen. Het is nodig om regelmatig snoeiwerken uit te voeren zodat de begroeiing naast de sporen niet te omvangrijk wordt en zo een gevaar dreigt te vormen voor het spoorverkeer, de buurtbewoners of de weggebruikers (bv. bij een storm).
Deze onderhoudswerken gebeuren volgens een welbepaalde frequentie in functie van de afstand tot het spoor, waarbij we een onderscheid maken tussen de rand-, struik- en corridorzone. In principe snoeien en kappen we bomen en struiken enkel tijdens het toegelaten kapseizoen. Daarbij primeren de criteria van de veiligheid van het spoorwegverkeer.
We houden daarnaast ook zo veel mogelijk rekening met de ecologische en esthetische waarden van de bermen, bv. in natuurgebieden.
Herbiciden wordenenkel gebruikt op die locaties (op de spoorwegbedding en de veiligheidspaden) waar onkruid een impact heeft op de veiligheid van het treinverkeer, onze werknemers en de reizigers en daar waar er geen alternatieven mogelijk zijn. We volgen hierbij strikt de wettelijke verplichtingen, in overleg met de regionale overheden.
Waarom groenonderhoud?
Het verzekeren van de veiligheid op en rond de sporen is onze topprioriteit. Daarom moeten we de begroeiing langs de sporen regelmatig onderhouden. We kunnen het risico niet lopen dat de seinen langs de sporen niet zichtbaar zouden zijn of dat er bomen op de sporen zouden vallen.
Aan dat onderhoud hangen verschillende regelgevingen vast, zowel op federaal, gewestelijk als gemeentelijk niveau.
Op federaal niveau geldt de wet op de politie van de spoorwegen, verschenen op 27/04/2018 in het Belgisch staatsblad.
Een bevel tot kappen
Infrabel kan alle niet-kruidachtige plantengroei (zoals struiken, bomen,…) op een afstand van minder dan 8 meter van de spoorstaven verbieden als die de veiligheid van het treinverkeer in gevaar kan brengen.
Binnen de 4,5 meter van de spoorstaven is enkel kruidachtige plantengroei toegestaan. Deze zone mag niet betreden worden voor onderhoudswerken, zoals bijvoorbeeld het snoeien van hagen. Hou hier dus best rekening mee bij het aanleggen van je tuin.
Voor baanvakken waar de toegelaten snelheid hoger is dan 220 km/u zijn kruidachtige gewassen enkel toegelaten in een zone van 25 meter vanaf de dichtstbijzijnde spoorstaaf.
Algemene principes
Behoudens door de infrastructuurbeheerder toegestane afwijkingen moet de plantengroei langs de spoorwegen minimaal anderhalve meter korter gehouden worden dan de afstand tussen de voet van de plant en de dichtstbijzijnde spoorstaaf. De kap- en snoeiwerken moeten worden gepland voordat de plantengroei deze maximumhoogte bereikt.
Spoor in ophoging/ingraving
Wanneer de spoorweg op een grondverhoging of ingraving is aangelegd, wordt de afstand berekend tussen de voet van de plantengroei en de bovenrand van de grondverhoging of de ingraving.
Achter muren
Plantengroei die zich bevindt achter muren die langsheen de sporen zijn opgetrokken, moet op dezelfde hoogte van deze muren worden gehouden, behoudens toegestane afwijkingen door de infrastructuurbeheerder.
ECOLOGISCH BEHEER
Met ons milieubeleidsplan willen we ook het groene kapitaal aan fauna en flora langsheen de spoorwegen respecteren en beschermen.
Dit doen we dankzij tal van projecten:
- Beheer van ecologische zones (Natura2000, VEN en waterwingebieden)
- Bescherming van specifieke planten- en diersoorten
Zo beschermen we bijvoorbeeld de gladde slang tijdens de vernieuwingswerken langs de lijn 162. - Ecologische studies
We maken onder meer een ecologische inventaris langs de lijn 36 (Leuven-Luik). - Samenwerking met partners
Schapenbegrazing
Bloemenweides (bv. in Schaarbeek)
Hakhoutbeheer bermen
Bijenkasten - Natuurbeheerplannen
- Green Deal Biodiversiteit in Vlaanderen
- Groene werkplekken
We ondersteunen de biodiversiteit op onze werkplekken. We zaaien bloemenweides, installeren picknickhoeken en insectenhotels, integreren groene daken in onze gebouwen, planten boomgaarden aan …
INVASIEVE SOORTEN
Invasieve soorten zoals de Japanse duizendknoop zijn moeilijk te bestrijden. Studies en ervaring tonen aan dat elke ingreep op deze plant, ook maaien, het woekeren ervan vaak verergert.
Op een aantal locaties testen wij verschillende bestrijdingstechnieken. Dit onderzoek vraagt enige tijd om de doeltreffendheid te bepalen. Buiten deze testlocaties verkiezen wij momenteel om niet in te grijpen om verdere verspreiding en uitbreiding te vermijden.