Historisch
Historisch gezien heeft het Belgische spoorwegnet een groot aantal overwegen. Voor een klein, dichtbevolkt land heeft België een zeer druk spoorwegnet. Op 1 januari 2023 waren er 1.630 overwegen. Sinds de oprichting van Infrabel in 2005 werden 442 overwegen afgeschaft om de veiligheid te verbeteren. Veel overwegen worden vervangen door mobiliteitsalternatieven (bruggen, fietspaden, onderdoorgangen, enz.).
Statistieken
Gemiddeld gebeurt er 1 ongeval per week en valt er 1 dodelijk slachtoffer per maand bij een incident aan een overweg. De meeste ongevallen aan overwegen gebeuren door een gebrek aan respect voor de verkeersregels.
Waarom overwegen vervangen en/of sluiten?
Veiligheid is onze absolute topprioriteit. Daarom raakt het ons dat er elk jaar nog gemiddeld 1 ongeval per week gebeurt aan overwegen. Deze gevoelige punten op ons net hebben naast een impact op de veiligheid van het spoor- en wegverkeer ook grote gevolgen voor de stiptheid van de treinen en de dienstregeling. Bovendien zijn slagbomen vaker gesloten dan vroeger, omdat op sommige spoorlijnen nu meer reizigers-en goederentreinen rijden.
Om al deze redenen wil Infrabel, waar mogelijk, overwegen sluiten en/of vervangen door veilige alternatieven zoals een tunnel, brug of een andere oplossing (zoals bv. een langsweg) en dit steeds in overleg met de lokale overheden.
Samen komen we tot de best mogelijke oplossing
Een overweg verdwijnt natuurlijk niet zomaar van de ene op de andere dag.
Eerst voeren we in samenwerking met lokale overheden verschillende vooronderzoeken en onafhankelijke mobiliteitsstudies uit. We steken de koppen samen met alle betrokken partijen en onderzoeken wat het beste alternatief is voor de overweg.
Wij stellen daarom per gemeente een streefbeeld op dat een volwaardig mobiliteitsalternatief biedt voor alle overwegen in de gemeente. Dit streefbeeld, gebaseerd op de lokale mobiliteitsplannen, is het startpunt voor dialoog en discussie. Het is de bedoeling om met alle betrokken partijen dit streefbeeld samen verder te ontwikkelen en zo tot een zo breed mogelijk gedragen resultaat te komen.
Het streefbeeld bevat enerzijds een ‘grofmazig’ netwerk voor het gemotoriseerd verkeer (bruggen/tunnels) en anderzijds een ‘fijnmazig’ netwerk voor fietsers en voetgangers (fiets- en/of voetgangersbrug of -tunnel).
Daarbij wordt niet elke overweg vervangen. Door bepaalde overwegen definitief te sluiten, kunnen we leefbare woonstraten teruggeven aan de bewoners, sluipverkeer weren en inzetten op het STOP-principe (Stappers, Trappers, Openbaar vervoer en Personenwagens), waarbij voorrang wordt gegeven aan het zachte wegverkeer.
Streven naar een zo groot mogelijk gemeenschappelijk draagvlak
Uiteindelijk is het doel om tot een principeakkoord te komen met de betrokken gemeente waarbij het van groot belang is om de buurtbewoners en andere stakeholders ook te betrekken en transparant te communiceren over het project. De uiteindelijke realisaties zijn onder meer afhankelijk van procedures, onteigeningen en budgetten.
Overwegen onderhouden en vernieuwen
Is het niet mogelijk om een overweg af te schaffen? Dan investeren we in de vernieuwing, de aanpassing en het onderhoud ervan. We verbeteren dan bijvoorbeeld de signalisatie (lichten plaatsen, extra slagbomen voor voetgangers en fietsers, enzovoort) en we overleggen met de wegbeheerder hoe we de overwegen zichtbaarder kunnen maken.
Bij storingen gaan overwegen trouwens automatisch in ‘groot alarm’. De slagbomen gaan naar beneden en de treinen in de buurt moeten bijzondere procedures volgen: zeer traag rijden en toeteren ter hoogte van de overweg. Onze veiligheidssystemen maken uit of er inderdaad een technische storing is aan de overweg. Als dat niet zo is, dan mogen de treinen normaal blijven rijden.